💬 Waarom het schuurt
- We gebruiken jargon alsof iedereen die begrijpt. Maar zelfs binnen hetzelfde team heeft “promo”, “teaser” of “trailer” soms een andere betekenis.
- We gebruiken Engelse termen om professioneel te klinken, terwijl het simpelweg ruis oplevert.
- We checken zelden of we elkaar echt begrepen hebben.
Resultaat? Verwarring. Frustratie. Correctierondes die voorkomen hadden kunnen worden. En dat is zonde van je tijd — en die van je editor, je producer of je klant.
📌 Blijf scherp
1. Vermijd jargon als het niet hoeft

Zelfs als je collega’s allemaal dezelfde termen gebruiken, is het goed om te checken of je klanten, opdrachtgevers of juniors ze ook begrijpen. Want het is nogal wat om bij je eerste klus te vragen wat een cold open is, als iedereen doet alsof het vanzelfsprekend is.
2. Gebruik geen ‘stoere’ Engelse termen als er een duidelijk Nederlands alternatief is
Waarom “pre-schedule” zeggen als je gewoon “inplannen” bedoelt? Waarom zeggen dat iets een “content asset” is, terwijl je gewoon een clipje bedoelt? Het klinkt misschien slimmer, maar het maakt je verhaal vaag, niet krachtiger.
3. Check, check, dubbelcheck
Een simpele vraag als:
“Zeg, wil je het even in je eigen woorden herhalen, zodat ik zeker weet dat we hetzelfde bedoelen?”
…kan je letterlijk uren werk besparen. Echt.
🎬 Veelgebruikte verwarrende termen
Een niet-uitputtend, maar wel lekker lijstje:
• Cold open – een scène vóór de leader: vaak gebruikt, maar zelden goed begrepen.
• Leader – wordt soms verward met intro of bumper.
• Coming up / teaser / promo / trailer – vaak door elkaar gehaald, terwijl ze verschillende doelen en timing hebben.
• Break – reclameonderbreking of inhoudelijke overgang?
• Bumper – dat kleine stukje tussen programma en reclame. Of is het de sponsorvermelding?
• Tagline – een slogan? Een ondertitel? Een moodzin?
• Offline vs online montage – hier gaat het zó vaak mis in communicatie tussen klant en postproductie.
• Callsheet – is géén simpel tijdschema, maar een gedetailleerde draaidagplanning. Wordt gemaakt zodat iedereen weet wat er op welke moment gebeurt en wie en wat daar voor nodig is. Tip: je zou hem eens goed kunnen lezen…
• Cutaway vs b-roll – vaak op één hoop gegooid, maar het is niet hetzelfde. Een cutaway is een andere gebeurtenis of tijdsmoment, b-roll is vaak ondersteunend beeld binnen dezelfde scène.
• Beautyshot vs b-roll – ook vaak op één hoop gegooid, en het is niet exact hetzelfde. Een beautyshot is een visueel indrukwekkend plaatje, doorgaans bedoeld ter establishing (oeps, nog zo’n term) van een scene. B-roll is vaak ondersteunend beeld binnen dezelfde scène, met als doel te kunnen knippen vanuit een het A-shot, of het verhaal visueel een extra dimensie te geven.
• Grading vs color correction – technisch een wereld van verschil, maar buiten de post-afdeling kent men het verschil niet. Daarbinnen overigens ook lang niet altijd…
• Exporteren vs renderen – als editor krijg je deze vraag wekelijks. Spoiler: het is niet hetzelfde, maar ik gebruik deze termen stiekem ook vaak door elkaar.
🎯 Keep it simple!
Laten we het simpeler maken. Niet door alles in jip-en-janneke-taal te vertalen, maar wel door:
- Alleen vaktaal te gebruiken als we 100% zeker weten dat iedereen het begrijpt.
- Niet zomaar een term overnemen zonder zelf te weten wat deze betekent.
- Eerlijk te zijn over wat we bedoelen of wat we niet begrijpen.
- En het lef te hebben om elkaar te corrigeren als we merken dat een term verwarring veroorzaakt.

Welk jargon heeft bij jou wel eens voor verwarring gezorgd? 👇

